dEUS
‘Suds & Soda was een bom’

Er was in het begin van de jaren negentig iets speciaals aan het broeden in Vlaanderen. In Gent had je al bands met een hippe vibe, zoals Soapstone, in Antwerpen was er Tom Barman met het kunstzinnige dEUS. “De 80’s hadden op het gebied van relevante popmuziek voor België alleen de formaties TC Matic en Front 242 opgeleverd die er ook in een paar buitenlanden toe deden. De rest van de popscene was lokaal en braaf. Onze single Suds & Soda was niets minder dan een bom”, aldus Barman. Studio Brussel stak het lont aan op de radio en de hele boel stond plots in lichterlaaie.

dEUS was onderdeel van een compleet nieuwe scene in Antwerpen. Die strekte veel verder dan alleen die ene afwijkende rockband die uiteindelijk wel als vaandeldrager overwon en overleefde. De creativiteit bij de meeste bandleden van dEUS was bijzonder groot op meerdere vlakken. Tom Barman had een filmopleiding genoten op Sint Lucas in Brussel, Stef Kamil Carlens hield er zijn eigen groep A Beatband op na en was ook met beeldende kunst in de weer, Rudy Trouvé was vooral kunstschilder en lid van meerdere in de marge opererende bands en samenwerkingsprojecten. Suds & Soda fungeerde als de artistieke clusterbom die voor velen compleet onverwacht uit de lucht kwam vallen. Barman: “Het nummer kwam keihard binnen bij iedereen die het hoorde. Ik weet nog goed dat Matthias van der Hallen, gitarist bij Ashbury Faith en destijds mijn buurman, bij me langs kwam. Zijn bandje deed het destijds heel aardig. Wij werden vooral als de struggling arti rockers met valse gitaren beschouwd. We kwamen net uit de studio en ik zette voor hem Suds & Soda op. Die jongen trok helemaal wit weg. Het enige dat hij uit kon stamelen was: What the fuck! Hij had nooit verwacht dat wij als stelletje ongeregeld zoiets zouden kunnen maken.”

dEUS bestond naast Tom Barman (zang/elektrische gitaar), Stef Kamil Carlens (bas, zang, akoestische gitaar) en Rudy Trouvé (elektrische gitaar) uit Jules de Borgher (drums) en Klaas Janzoons (viool). De band tussen Tom en Stef was hecht, al waren de twee het zeker niet altijd over alles eens. Ze waren een paar jaar onafscheidelijk en woonden zelfs in hetzelfde huis. Hun creativiteit kende amper grenzen. Tom was een would-be grunger met de looks van Eddie Vedder, Rudy was subcultureel en zag er vaak uit alsof hij twee weken niet geslapen had, Stef leek weggelopen uit een rockabillyband en speelde ook akoestisch op straat, Klaas werd vergeleken met een jonge River Phoenix, kwam uit de folktraditie, maar wilde zich op alle gebieden onderscheiden van de massa, en Jules was eigenlijk de chauffeur die liever muzikant wilde zijn. Vreemd genoeg was de klik onderling een heel bijzondere en kwamen alle verschillende invloeden, stijlen en botsende karakters perfect samen op hun eind 1993 opgenomen debuutalbum Worst Case Scenario met als grootste uithangbord de single Suds & Soda.

Barman: “Suds & Soda is deels al in 1992 geschreven. Het begon als een trage instrumental. Voor mijn gevoel hebben we dat nummer een behoorlijk periode live ook zo gespeeld. Het kwam voort uit een jam, nadat ik met iets afgekomen was dat als start diende. Rudy haalde dat dan zoals gebruikelijk onderuit, Stef speelde een melodieus stukje op de bas, omdat hij eigenlijk gitarist was, en Klaas zorgde voor een stoorzender. Als er dan uiteindelijk nog een poppy refreintje nodig was, dan kwam ik weer om de hoek kijken. Zo was het toen, zo gaat het vaak nog steeds.” Op een gegeven moment in 1993 versnelde Suds & Soda, nadat Stef en Tom in dat nummer hard tegen elkaar zijn gaan schreeuwen. “Die tekst van mij kwam in een etappes. Ik wilde blijkbaar mijn Beefheartiaanse nonsens ten toon spreiden, al kruipt er altijd ook wel ergen betekenis in, zo blijkt later vaak. Dit was een woordenbrij. Het woord als percussiemiddel gebruiken, dat was het eigenlijk. Puur op klank geselecteerd. Achter dat woord Friday dat Stef daar als een Antwerpse Tom Waits steeds doorheen schreeuwt moeten we niet teveel zoeken. Dat was volgens mij louter gebaseerd op de plek waar we toen woonden: de Vrijdagmarkt, hartje stad. Klaas klonk met zijn viool dan weer als John Cale van Velvet Underground, maar die kende hij toen nog niet eens. Stef speelde op zijn bas de akkoorden van Klaas mee en Rudy speelde destijds veel gitaarlijnen uit de no wave. De riff in Suds & Soda had hij, zo vertelde hij later, geleend van Superjudge van Monster Magnet. Ik had op mijn beurt een brug gejat uit Are You Gonna Go My Way van Lenny Kravitz.”

Alle songs die Tom en Stef destijds maakten kwamen voort uit energie en een vrije geest. Dat laat dat hele debuutalbum Worst Case Scenario van dEUS op meesterlijke wijze horen, ook de tracks die Stef destijds met zijn groep genaamd A Beatband opnam bewijzen dat deels. Een aantal tracks op de in 2009 verschenen Anthology To Play, To Dream, To Drift van zijn latere band Zita Swoon (met ook tracks van wat daaraan vooraf ging in de groepen SKC Moondog, A Beatband en Moondog Jr.) stammen uit de periode 1990-1993. De gelijkenis met dEUS daarin is op een aantal punten opvallend te noemen. Stef Kamil Carlens: “Het bluesgevoel is in die tracks nooit ver weg. Ik heb in mijn jeugd drie jaar lang louter naar Tom Waits geluisterd. Daar moet iets van zijn blijven hangen. Ik viel voor de vindingrijkheid die Waits in zijn eigen wereld creëerde. Dat het nummer Two Horses Blues van A Beatband veel op Suds & Soda van dEUS lijkt, dat is niet zo vreemd. De songs zijn in nagenoeg dezelfde week ontstaan. In beide songs zit die van Waits geleende bulderstem. Ik gebruikte gewoon hetzelfde trucje. Ik repeteerde de ene dag met mijn eigen band, de andere dag met dEUS. Bovendien woonde Tom en ik toen nog in hetzelfde huis, met het repetitie-kot op zolder. Dat laatste was niet zo handig, vanwege het gesjouw met instrumenten. Op die Anthology staat ook Looking For A Friend, een duet met Tom. Ik heb met hem altijd een soort haat-liefdeverhouding gehad. We hebben enorm veel respect voor elkaar, maar God, wat hebben we vroeger veel ruzies gehad. Er zat altijd enorm veel spanning op. We moesten allebei het vak nog leren en Tom was op een heel andere manier erg ambitieus. Tom was Speedy Gonzales, een wervelwind. Ik ben van nature erg rustig, maar wel een pathologische twijfelaar. Dat botste dus regelmatig.”


Suds & Soda
was niet de debuutsingle van dEUS. Dat was Zea, dat een half jaar eerder, in juni 1993, verscheen. Ook die EP zette destijds in kleinere kring al wat haartjes recht overeind. Zea werd ook al opgenomen met Peter Vermeersch en Pierre Vervloesem als producers. Beide heren speelden in de formatie X-Legged Sally, opererend tussen de rock, jazz en avant-garde in. Die band werd oorspronkelijk opgericht om muziek te maken voor dansvoorstellingen. Vermeersch richtte later onder meer de onorthodoxe bigband Flat Earth Society op, Vervloessem staat nog altijd bekend als de Vlaamse Frank Zappa. Met het produceren van indierock zoals die van dEUS hadden ze nul ervaring, maar qua vrije geesten pasten de mannen perfect. En toen in de eindfase van het opnameproces Zappa overleed, richtte Vervloesem nog snel even een geïmproviseerde herdenkingsplek voor zijn held in. dEUS was ook een beetje schatplichtig, want in W.C.S. (First Draft), de titelsong van het debuut, hadden ze wat stukjes van hem gejat. Vermeersch zag in het kunstzinnig rockende vijftal vooral mensen met verbeeldingskracht. Het was volgens hem geen toeval dat drie van hen zich tevens met beeldende kunst of film bezig hielden. Vermeersch bleek precies de juiste keuze, omdat hij direct snapte hoe speciaal het geluid van de vijf heren samen was en hoe hij dat moest registreren. Hij had ook de guts en het gochme dat als Rudy zijn versterker opblies tijdens een take van Hotellounge (Be The Death Of Me), dat hij juist die take op het album moest zetten. Vermeersch begreep ook dat hij dit vijftal onder geen beding moest afremmen. Barman: “In dEUS gebeurde van alles. Er zat inderdaad Zappa in, maar ook blues, no wave, Steve Albini, Neil Young, Leonard Cohen, grunge en popmuziek. Ook begonnen we toen al te flirten met samples. An sich waren we muzikaal niet heel vernieuwend, de combi van dat alles tezamen was dat wel. Het sponskarakter van België zat er heel sterk in. We bekeken wat ons interesseerde, keerden dat binnenstebuiten en kwamen met een combinatie van dat alles naar buiten die zeldzaam te noemen was en feitelijk ongehoord. Worst Case Scenario was de basis. Zo kun je maar één plaat maken. Alles viel samen. Het ging snel. Alleen voor de orgelpartij in Suds & Soda hebben we een externe kracht ingehuurd. Daarvoor belden we Anton Jansens van Soapstone gebeld. Hij mocht met zijn Fender Rhodes grooven. Ik weet nog wat Peter Vermeersch letterlijk tegen hem zei: Het mag wel wat meer stinken Anton!”

Het hele album, inclusief Suds & Soda, is in zeventien dagen tijd, in de winter van 1993, opgenomen. Dat gebeurde in de Brusselse Caraïbes Studio, met Giles Martin als engineer. De mastering voor Suds & Soda gebeurde grotendeels in de legendarische Parijse studio Dyam. Barman: “Dat zorgde eerst voor nogal wat problemen. Vermeersch had de opnamen die kant op gestuurd, maar kreeg die per terugkerende post retour. Zoiets deden ze daar niet, stond er in de brief te lezen. Ze bedoelden waarschijnlijk: zoiets atonaal en weird. Uiteindelijk hebben we uitgelegd dat al die valse zaken precies zo bedoeld waren en klaarden ze de klus alsnog.” De eerder in eigen beheer uitgebrachte single Zea had voor een platenlabel en budget gezorgd. Zea verscheen op Great American Nude Records, vernoemd naar een liedje van Tom Barman. Het shoppen daarmee door het managementbureau Musickness (tot op de dag van vandaag nog altijd in functie) had bij reguliere platenmaatschappijen niets opgeleverd. Het Waalse Bang!, tot die tijd bekend als distributeur, hoorde wel de potentie in de band. Ze verschaften hen een budget van 25.000 Euro om Worst Case Scenario op te nemen. Voor een kleine maatschappij, met dEUS feitelijk als eerste band in hun stal, was dat destijds een fikse investering, met een behoorlijk groot risico. Het bom-effect van Suds & Soda maakte alles in no time goed. Bovendien richtte het management van de band de pijlen vrijwel direct ook op doelen buiten België, want hoe goed ontvangen in bepaalde kringen in eigen land ook, dEUS moest een internationaal verhaal worden. Diverse platenlabels toonden interesse. Barman: “Geffen was misschien wel de grootste aanbieder, maar wij kozen voor Island Records. Legendarisch platenlabel, met dat palmboompje. Het label ook van Bob Marley, Roxy Music en Tom Waits. De keuze voelde niet moeilijk aan.” Een aantal nu legendarische shows in Londense clubs had aldaar al voor een eerste buzz gezorgd. Toch was het uiteindelijk ook daar Suds & Soda dat voor die spreekwoordelijke bom in dat Britse kantoor van Island Records had gezorgd. ‘Chaos and disorder, op de juiste manier, op het juiste moment, met de juiste rauwe sound’, zo werd daar de single daar ervaren.

Suds & Soda, verpakt in een door een schilderij van Rudy Trouvé opgesierde hoes, zorgde voor een pikstart van de carrière van dEUS. Mede dankzij een low-budget in Brussel vervaardigde videoclip. Tom Barman pakt daarin spontaan de hand van Stef Kamil Carlens en hand in hand kameraden zingen ze verder. Barman: “MTV pikte de clip op en vertoonde die in high rotation. Let wel, in heel Europa, want destijds was er nog maar één kanaal voor alle landen. Zo kwamen we in 250 miljoen huiskamers. Ook live verliep alles voorspoedig. We hadden eerst een tour gedaan met Placebo, later konden we terug naar de U.K. op eigen kracht. Grappig was ook het feit dat de Amerikaanse tekenfilmserie Beavis and Butt-head Suds & Soda oppikten en vertoonden. Dat door Stef gezongen Friday verstonden ze daar zogenaamd verkeerd. Ze gingen er vanuit dat hij fried eggs zong.” Het nummer viel destijds lekker rauw op het dak van veel gevestigde kanalen, maar daar was blijkbaar de tijd rijp voor, mede gelet op de doorbraak van Nirvana en de grunge net daarvoor. Welbeschouwd was de single Suds & Soda qua opbouw, sound, aanpak en vorm volgens velen wel degelijk ook een kunstzinnig opgestoken middelvinger naar al die andere braaf geproduceerde radiomuziek uit hun eigen land die nog geen twee meter het buitenland in kon worden geschoten. dEUS uit Antwerpen, en niet lang daarna Soulwax vanuit Gent, hielpen het land binnen de kortste keren van hun jaren voortmodderende muzikale minderwaardigheidscomplex af. Het aantal artiesten dat daar tot op de dag van vandaag nog steeds van profiteert is bijzonder groot, ook al zijn ze muzikaal niet allemaal schatplichtig aan hen. De impact van Suds & Soda (op het album 5:13 minuut lang, op de single ingekort tot 4:20 minuut) op de Belgische muziekscene is enorm. Luisteraars van popzender Studio Brussel verkozen de song in 2012 en 2014 in De 100 Van Eigen Kweek tot het beste Belgische nummer aller tijden. Barman: “We spelen de song ook nog altijd graag live. Dat is op zich raar. Het verveelt mij nooit dat nummer te doen, terwijl dat bij bijvoorbeeld Hotellounge heel anders ligt. Ik denk dat het bij de ongetwijfeld meer dan duizend concerten die we gaven slechts tien keer niet op de setlist stond. En dat zal dan steeds geweest zijn vanwege het gedwongen spelen van een korte set. Er zijn in de loop der tijd wel wat verschillende versies geweest, zoals een met De Jeugd Van Tegenwoordig. Maar in alle vormen blijft het een killer. Daar ben ik ongelooflijk fier op, zeker!”