De ‘houtje-touwtje’ Queen-gitaar van Jeroen Lips

Jeroen Lips (46) uit Oudenbosch is al jaren idolaat van het gitaargeluid van Queen. “Het is uniek. Je hoort meteen dat het Brian May is, zelfs als hij op een akoestische gitaar speelt. Zijn aanslag van de snaren is anders. Hij heeft een bepaalde gevoeligheid als hij over de snaren veegt. Hij speelt eigenlijk heel licht, maar stuurt zijn geluid via een aan zijn riem hangende treble booster naar een opengedraaide Vox AC30-versterker. Zo kan zijn zachte spel toch voor een muur van geluid zorgen. Wist je dat hij nooit een kunststof plectrum gebruikt om zijn snaren aan te slaan? Hij speelt met een muntstukje (sixpence) met ribbeltjes, dat lekker over die snaren schuurt. Ook dat zorgt voor een wereld van verschil qua klank.”

Vibrato

Technisch zijn er volgens Lips wel betere gitaristen. Snellere ook. “Maar zijn vibrato is zo geweldig. Dat zit niet alleen in die speciale gitaar van hem. Topgitaristen als Steve Vai en Joe Satriani speelden ook weleens op zijn zogehete ‘Red Special’. Het resultaat: ze klonken als zichzelf. May’s spel is uniek en die speciaal met zijn vader ontwikkelde gitaar helpt hem daarbij. De mannen van Queen streefden naar vernieuwing. Bassist John Deacon ontwierp bijvoorbeeld uit oude printplaatjes een eigen versterker, de ‘Deacy Amp’, die May gebruikte voor zijn fantastisch klinkende orkestrale partijen.”

Doordacht

Als Lips vertelt wat May allemaal gebruikte voor de bouw van zijn Red Special lijkt het wel een houtje-touwtje-gitaar. “Niets is minder waar. Zijn ouders waren weinig vermogend, dus moest hij inventief zijn. Vooraf werd alles grondig getest en deels met de computers op zijn universiteit berekend. Zijn pa was elektricien en heel handig. Het moest een gitaar worden die anders en beter was dan alles wat er al bestond. De hals van mahonie kwam uit de schouw van een 100-jarige open haart, het centrale deel was van eiken. De tremelo-arm was een breinaald van zijn moeder, hij gebruikte veertjes van een motorfiets en de markeringen op de hals waren oude knopen. May was echt een slimme jongen, alles was goed doordacht en hij vond op zijn manier het wiel opnieuw uit.”

Janken

Omdat May groot fan was van Jimi Hendrix wilde hij volgens Lips ook veel met feedback (het laten rondzingen van het gitaargeluid) gaan werken. “Bij Hendrix ontstond dat uit het loeien van versterkers. May wilde meer controle. Hij maakte holle ruimten in de body van zijn elektrische gitaar, waardoor hij zijn gitaar kon laten meezingen. De controle behield hij door het aanbrengen van een volumeknop op zijn gitaar. Veel gitaristen werken met pedalen, May niet. Omdat hij vroeg met elektronica bezig was, kwam hij op het idee om de drie elementen in zijn gitaar in serie te schakelen. Hij kan via schakelaartjes de fase aan en uit zetten of omdraaien. In de jankende, eerste solo van Bohemian Rhapsody is dat goed te horen. Ook wilde hij een hals met 24 fretten, in plaats van de gebruikelijke 21, zodat hij per snaar een bereik had van twee octaven.”

Zenuwen

Drie jaar geleden ontdekte Jeroen Lips de Italiaanse gitaarbouwer Corrado Carpinteri. Hij bouwde voor hem een kopie. “Dankzij alle details in het aan de gitaar gewijde boek Brian May’s Red Special werd dat gemakkelijker. Daarnaast heb ik momenteel nauw contact met de Australische techneut Greg Fryer, die ook voor Brian May zelf werkt. Hij bedacht een pedaaltje om ook bij laag volume dat specifieke geluid van May te krijgen. Ook kon ik een splitter van hem overnemen voor mijn drie Vox-versterkers. Die had hij voor de musical We Will Rock You gebouwd. Ik heb interessante gesprekken met hem.”

Jeroen Lips raakt er langzaam aan gewend voor uitverkochte zalen te spelen met Crazy Little Things. Hij staat niet graag in de belangstelling en de zenuwen gieren hem aan het begin van een show nog regelmatig door zijn keel. “In Mezz waren veel bekenden. Dat was slikken. Maar het werk van Queen spelen blijft geweldig. Afgelopen zomer stonden we voor 5000 mensen op een festival. We kregen ze allemaal mee!”